De molens

In de 14e eeuw wordt reeds een korenwindmolen langs de strate commende van Thielt (Tieltstraat) tussen het landgoed Ter Hoyen en de Roode Vierschaere vermeld. Op de gravure van Sanderus uit 1641 is deze ook afgebeeld (zie Mandelbode van september 2023). In de 18e eeuw is het de molenaarsfamilie Lambrecht die het molenbedrijf in handen neemt. De zaakjes draaien goed en Jacobus-Ignatius Lambrecht laat in 1767 een oliewindmolen op ‘Hoge bouwen (naast het kapelletje voor Sint-Antonius van Padua). Vanaf 1823 pacht Bernard Lauwers, zoon van burgemeester Jan Andries, de wel gekalanten molen. Op donderdag 1 juli 1880 wordt de molen door de bliksem getroffen. Deze inslag spaart enigszins de molen, maar luidt er wel het einde van in. Vanaf 1885 ruilt de familie Lauwers windkracht voor stoomkracht. En in 1888 wordt de werkloze windmolen afgebroken. Nu herinnert de straatnaam Bulmolenweg nog aan deze verdwenen molen. 

Voorstelling van de molen langs de Tieltstraat op een kaart van het pachthof “‘t Goet ter Hoyen” (1761)

De oliewindmolen op ‘t Hoge mocht vanaf 1796 ook graan malen. Vanaf 1834 bedient Markegemnaar Jan Vandemoortele deze molen. Maar hij slaagt er nauwelijks in om er zijn brood mee te verdienen en geeft het na bijna twintig jaar op. Zijn zoon Constant start later in Izegem, niet zonder succes, een fabriek voor het persen en raffineren van lijnzaad- en koolzaadoliën. In 1896 breekt de eigenaar Jozef Ferdinand Galle deze molen af.

Het verdwenen molenhuis langs de Tieltstraat (1982)

Joannes-Baptist Lambrecht, kleinzoon van reeds vermelde Jacobus-Ignatius, bouwt omstreeks 1815 nog een oliewindmolen op ‘t Hoge waardoor het aantal windmolens in Markegem op drie kwam. In 1887 wordt deze molen afgebroken.

De drie molens van Markegem op de kaart van Vandermaelen (1853)

De Mandelbode, mei 2025

Scroll to Top